Icoon | Mini Cooper
John Cooper – bevriend met de geestelijk vader van de Mini, Alec Issigonis – zag al snel in dat de kleine Britse boodschappenwagen met wat aanpassingen bijzonder geschikt zou kunen zijn voor race- en rallydoeleinden. In 1961 vond de introductie plaats van de Austin Mini Cooper en de Morris Mini Cooper. Beide technisch aangepast en opgevoerd, was de cilinderinhoud vergroot van 848 cc tot 997 cc, waarna het motortje geen 34 maar 55 pk vermogen leverde. Met een dubbele SU-carburateur, een race-versnellingsbak en schrijfremmen voor de voorwielen werden er in eerste instantie 1000 gebouwd voor competitiedoeleinden in Groep 2 van de rallysport. De Mini Cooper S werd beroemd na het winnen van de Rally van Monte Carlo in 1964, 1965 en 1967. Ook als consumentenuitvoering bleek de pittige Cooper-uitvoering geliefd. In 1992 verdwenen dubbele carburateurs ten gunste van een 1.275 cc-motor met monopoint-brandstofinjectie en vanaf 1997 werd multipoint-brandstofinjectie toegepast, verhuisde de radiateur van opzij naar voren en kreeg de Mini zijn laatste facelift.