Invicta 4½–Litre Series ‘A’ High Chassis Tourer, 1930 verkocht voor € 162.450
Invicta Cars werd in 1925 opgericht en produceerde sportieve auto’s volgens de hoogste standaard. De nieuwprijs van een 4½ liter-chassis van £ 985 was in een tijd dat de gemiddelde huizenprijs in het VK £ 590 was, een kapitaal. Net als het vergelijkbare Bentley worstelde Invicta in de jaren dertig met stijgende kosten en dalende verkopen, waardoor de laatste auto op vrijdag 13 oktober 1933 de fabriek verliet. Naar schatting zijn er in totaal ongeveer 1.000 Invicta’s gemaakt. Dit is een vroeg Type A, voorzien van een vierzits open touring-carrosserie van de in Londen gevestigde carrosseriebouwer Corsica. Deze auto zou niet hebben misstaan op het 72e Pebble Beach-concours in Monterey op 20 augustus aanstaande, ware het niet dat de geplande speciale klasse voor Invicta’s is uitgesteld tot 2025. Dat houdt de koper van dit exemplaar dus nog even tegoed.
Zijn E-fuels de toekomst voor oldtimers?
Recent is de discussie over de toekomst van verbrandingsmotoren weer op scherp gesteld. Allereerst gaf Italië aan hun auto-industrie met verbrandingsmotoren niet zomaar in te willen ruilen voor wat zij noemden ‘elektrische Chinese modellen’. Een uitzonding zou moeten worden gemaakt voor autoproducenten die slechts een beperkt aantal auto’s op de markt brengen (lees: Ferrari, Lamborghini en Maserati). Vervolgens deed ook Duitsland een duit in het zakje door een pleidooi te houden voor de verbrandingsmotor omdat de e-fuels eraan zitten te komen. Uiteraard volgen wij vanuit de KNAC deze discussie met veel interesse en ook op het symposium van de KNAC, op 23 maart jongstleden, hebben we hier uitgebreid bij stilgestaan.
Wat gebeurde er op: 25 mei 1904
Pierre de Caters breekt het wereldsnelheidsrecord over land met een DMG Mercedes Simplex met een snelheid van 97,25 mph op het strand van het Belgische Oostende.