Krachtige, lichte schoonheid

Ferrari toonde de 250 GT Europa in 1953 op de Auto Show van Parijs. Enzo Ferrari had met de 250-reeks voor ogen een kosteneffectieve auto voor een groot publiek te ontwikkelen. De 250 GT Europa had een 2.963 cc V12-motor. Een Colombo-blok in plaats van een Lampredi-motor, met 220 pk. De auto had een nieuw buizenchassis met de interne code Tipo 112, wat inhield dat de dwarse bladveren aan de voorzijde werden vervangen door schroefveren. De wielbasis was met 2,6 meter 200 millimeter korter dan die van de gewone 250 Europa. Zodoende kon Ferrari in totaal zo’n 100 kilo aan gewicht besparen. Hoewel Vignale verantwoordelijk was geweest voor de carrosserie van de eerste GT Europa, werd het merendeel van de productie door Pininfarina vervaardigd.

Wat gebeurde er op: 11 april 1913

Ettore Bugatti komt met de Bugatti Type 41 Royale. Een enorme handgemaakte, luxe auto die alleen betaalbaar is voor de elite. Na de dood van Ettore Bugatti in 1947 gaat het snel bergafwaards met het merk en gaat het op de fles. Eind jaren negentig blaast Volkswagen het merk echter nieuw leven in.

60 jaar Autodelta

Op 5 maart 1963 richtten Carlo Chiti, Lodovico Chizzola en diens broer een bedrijfje in Feletto Umberto op om samen met Alfa Romeo te werken aan de ontwikkeling van de Giulia TZ, een compacte gran turismo die was ontworpen door Zagato. Autodelta werd dankzij deze samenwerking dé officiële raceafdeling van Alfa Romeo, dat Autodelta meteen de opdracht gaf om de terugkeer van Alfa Romeo in de autosport te managen, nadat het merk zich in 1951 uit de Formule 1 had teruggetrokken. De rest is geschiedenis, want Autodelta ontwikkelde de beroemdste raceauto’s van Alfa Romeo, zoals de legendarische Giulia Sprint GTA uit 1965. Om de symbolische terugkeer naar de F1 te vieren is er een feestelijk Autodelta-logo ontworpen dat tijdens de eerste race van het Formule 1-seizoen in Bahrein voor het eerst te zien was, prijkend op de C43 van het Alfa Romeo F1 Team.